In de adem leven

“Als we weten hoe we contact kunnen maken met de energie van de adem, wordt ademen een onuitputtelijk bron van levenskracht”.
“Omdat de adem het levensritme weerspiegelt, geeft de manier waarop we ademen de toestand van onze energie aan. Gejaagdheid en opwinding maken de adem ongelijkmatig en snel; als wij rustig en evenwichtig zijn is de adem regelmatig, langzaam en zacht. Wij kunnen onze mentale en fysieke toestand ook door onze ademhaling veranderen. Als wij bv erg van slag zijn, kunnen wij onszelf in balans brengen door langzaam en regelmatig te ademen…” KN I p.41 (4-druk).
“De energie van de adem is vooral verbonden met het keelcentrum, dat energie opwekt en de energiestroom door het lichaam coordineert. Daarom kunnen wij via het keelcentrumhet beste leren hoe wij met de energie van de adem en andere fijne energiestromenin contact kunnen komen.” KN I p.42 (4-e druk)
“Het is mogelijk op zo`n manier te ademen dat het keelcentrum tot rust komt en weer soepel kan functioneren. Dit gebeurt door langzaam en gelijkmatig door neus en mond te ademen, met de mond iets open en de punt van de tong licht tegen het gehemelte aan…Als de energie eenmaal gelijkmatig door het hoofd en het hartcentrum begint te stromen, voel je het vitaliserende effect van deze manier van ademhalen, en wordt het steeds gemakkelijker en plezieriger om te doen. Als de energiestromen in ons in evenwicht komen, ontvouwen onze gevoelens en gewaarwordingen zich als vanzelf en gaan open voor diepe gevoelens van vervulling.” KN I p.43 (4-druk)
“Om de Kum Nye ademhaling te onwikkelen – rustig, langzaam en gelijkmatig, door neus en mond – kun je het beste 20 tot 30 minuten per dag, ten minste drie maanden achter elkaar oefenen.
Laat je bij het doen van de adem oefeningen (van KN # 6 t/m KN # 14) door je adem voeden en ontspannen en geniet daar zo sterk van dat die gevoelens bijna tastbaar worden. Laat de adem je lichaam vitaler en je geest helderder maken. Laat je de hele dag door je ademhaling dragen en voeden. Voel hoe je zintuigen tot leven komen en je leven een magische, kruidige smaak geven.” KN I p.50,51 (4-druk).