“Als de gedachtestroom vertraagt, ontstaat innerlijke harmonie, en een gevoel van opluchting en innerlijke zekerheid…”.
“Kum Nye begint met gewoon stil zitten en ontspannen. Kies een rustige plaats uit en ga op een maatje of een kussen zitten of op een rechte stoel. De traditionele zithouding (de houding van Boeddha op het moment van de verlichting) vergemakkelijkt de ontspanning van lichaam en geest. De energie kan rustig stromen, en als je genoeg tijd neemt worden alle mentale en fysieke energieën getransformeerd tot een positieve, helende gewaarwording. Deze houding heet zeven “gebaren”.
Het eerste gebaar is zitten met gekruiste benen. (..of op een rechte stoel zitten met je benen naast elkaar. Leun niet tegen de rugleuning en zet je benen enigszins uit elkaar, je voeten plat op de grond. Hierdoor wordt het lichaamsgewicht over een stevige driehoekige basis verdeeld). Ga zo zitten dat je bekken hoger is dan je benen…
De overige zes gebaren zijn:
Handen op de knieën, palmen naar beneden. Ontspan armen en schouders. Laat je handen ontspannen op je knieën rusten.
Hou de ruggengraat recht maar niet stijf. Hierdoor kan de energie makkelijker van het onderlichaam naar boven stromen.
Trek de nek een klein beetje terug (kin naar achteren); het hoofd gaat daardoor een fractie naar voren.
De ogen zijn half geopend en langs de neus naar beneden gericht. Laat de uitdrukking zacht en liefdevol zijn…, zoals een moeder naar haar kind kijkt.
De mond is enigszins geopend, de kaken zijn ontspannen.
Het puntje van de tong ligt tegen het gehemelte, achter de tanden, en is iets gebogen.
Probeer zo min mogelijk met je ogen te knipperen en ontspan het gebied om je ogen.
Verplaats de aandacht naar binnen…” KN I p.33/34