” Richt je aandacht op een lichte manier op je adem, waarbij je zowel door je neus als je mond ademhaalt…Als je eenmaal vetrouwd voelt met deze manier van ademhalen, volg je adem als die je lichaam verlaat en weer terugkomt. Je kunt je voorstellen dat je adem in een horizontale lijn naar buien gaat, zoals een rivier die rustig over een vlakte stroomt en weer bij je terugkomt. Als afwisseling kan de stroom van de uitademing een lichte buiging naar beneden maken, die zich tot een ring of cirkel vormt, die bij de inademing afgerond wordt. In beide gevallen volg je rustig de stromende beweging van de adem langs de hele pad…Als het lichaam rustiger wordt, zal de ademhaling op een natuurlijke wijze ook rustiger en lichter worden.”
Citaat uit het boek van Tarthang Tulku: “Bewustzijn, concentratie en enegie”.